Nawoord

De laatste hand aan het document, het monument, is gelegd. De verslagen, gebeden, gedichten, dagboekfragmenten en foto’s staan allemaal op de website, de weblog.

Nog even terug naar de titel, 'Monument voor een parel'. De irriterende, pijnlijke zandkorrel heeft de oester zo ver gebracht dat die hem ingekapseld heeft. Het resultaat is een edelsteen, een glimmende, glanzende, waardevolle, opaalwitte bol. Het proces deed ertoe. Het resultaat is wat telt. Het was een geschenk. We dragen het met trots. En met heimwee.

Gedenkteken van een gebeurtenis die 21 jaar geleden plaatsvond. Verslag van een kort leven in woorden en beelden, grotendeels gemaakt 14 jaar geleden in een creatieve vlaag, waarin woorden gevoelens en gebeurtenissen probeerden uit te drukken, vorm te geven. Als tastbare herinnering aan een pijnlijke, heftige, verdrietige, maar ook bijzondere en intense fase in ons gezinsleven.

Nu is het af.

En rest alleen een terugblik, een nawoord, een beschouwing vanuit het heden op die periode toen. In retroperspectief onze eigen geschiedenis onder de loep nemen, tegen het licht houden, ontleden, analyseren. En dat is tegelijk het moeilijke eraan en ook de reden waarom het allemaal zo lang in een kast is blijven liggen, veilig opgeborgen. Geduldig wachtend …

Want natuurlijk, objectieve feiten hebben mij geraakt, we zijn subjectief bij alles betrokken, hebben er deel van uitgemaakt, we zijn er ontegenzeggelijk door veranderd. Maar moet ik nu mijn eigen psycholoog gaan spelen, mezelf op de ontleedtafel leggen?

Was het maar zo simpel om je eigen leven te beoordelen, te begrijpen wat er gebeurd is, wat er door in gang is gezet, hoe je veranderd bent. Wat het gekost heeft, wat het je opgeleverd heeft … om het maar eens in termen van het moderne marktdenken te zeggen.

En dan nog, moet je zo’n analyse dan open en bloot voor iedereen te kijken zetten, in de etalage?

Het is toch allemaal ter herinnering aan hem die ons is ontvallen, Nathaniel? Ter nagedachtenis aan ons eigen vlees en bloed, dat van ons is losgescheurd? Het is ter ere van hem. De parel, het wonderlijke schepsel van God, het geschenk, het kind van grote waarde, het geliefde en gewilde individu.  God had hem op het oog, blies de adem in zijn neusgaten, vormde zijn lichaam, schonk hem leven en aandacht, wilde dat hij bestond, droeg hem over aan ons.

Ter verwerking van de pijn en de rouw, dat ook, natuurlijk. Wat je kreeg, moest je ook weer loslaten. Overgeven. Laten gaan. Letterlijk begraven. Maar het is niet weg, niet voorbij. Je neemt het mee. Je draagt het met je. Het maakt deel uit van je leven, van je zijn, van je bestaan.

Maar sommige pijn kun je niet bestrijden, daar moet je dwars door heen. Littekens lijken te genezen, maar zichtbaar of onzichtbaar, ze laten toch sporen na. Tijd heelt niet alle wonden, al haalt ze wel de scherpe randjes weg. Het is goed om dat te herkennen. Te erkennen. Al voortgaand op je levensweg even achterom te kijken. Terug te keren naar die momenten die je pijn hebben gedaan. Om te bepalen wat echt belangrijk is in het leven. Te onderscheiden wat echt zin heeft, er echt toe doet, en los te laten wat overbodig is, franje, luxe, ballast, luchtkastelen.

Het is goed om af en toe de begraafplaats op te zoeken, de steen te zien op zijn graf, de koude, harde, ongevoelige steen, met enkel zijn naam en twee datums. Zijn lichaam is inmiddels grotendeels vergaan, zijn ziel is er niet te vinden. Maar toch, het loutert, het raakt, het voelt, het brengt herinneringen boven, het relativeert, het bepaalt. Het doet je door merg en been heen beseffen dat je lief hebt gehad. Nog lief hebt. Tot in de diepste vezel van je bestaan. Het maakt dat je ook weer omhoog kijkt, verwacht, hoop, gelooft. Ademt. In en uit. Dat je weer terug moet, het leven in, de werkelijkheid in, de opdrachten en de taken die wachten onder ogen moet zien.

Maar wel in een ander licht. Het licht van de eeuwigheid, de tijdelijkheid, de betrekkelijkheid. Ja, eigenlijk, in het licht van de dood. De wrede dood …

Maar, je weet ook, de dood heeft niet het laatste woord. Er is hoop. De God, die het leven schiep, houdt ook de toekomst in Zijn hand. Mijn toekomst. Mijn leven. Er is, zelfs door de dood heen, leven mogelijk. De belofte van nieuw leven, een nieuw lijf, een mooie toekomst, het ware en volledige zicht op de Aanwezige en Eeuwige. Die vraagt ook aandacht. Nu. Hier. Altijd. Overal.

Zijn alomtegenwoordige liefde, Zijn nagelaten boodschap, Zijn warmhartige beloften, Zijn geschonken Geest, die laten iets zien, midden in de harde, gebroken, verscheurde, besmeurde, door dood en ellende misvormde wereld, van echte nieuwheid, diepe en onbegrijpelijke gerichtheid op ons, eigenwijze, Hem negerende, weglopende, de dood ontwijkende, kwetsbare mensen. Wonder van liefde en genade.

Dat is toch, in een paar woorden, waar de dood van ons kind, toen, ons, nu, gebracht heeft. In het bezit van, liever gezegd  het uitzicht op een nieuw, ruim, hoger perspectief, een andere werkelijkheid. Natuurlijk gingen we al naar de kerk, geloofden we in Hem. Maar het heeft ons allemaal wel op onze plaats gezet. De aandacht gericht op wat van werkelijke waarde is. Het perspectief veranderd. De focus is verplaatst. Ons doel werd herijkt. Met beide benen in de wereld, maar je ogen zien soms andere dingen. Onzienbare dingen. Onnoembare zaken. Geestelijke waarheden. Verrassend groeiende zaadjes. Ontluikende bloesems. Rijpende, zelfs voldragen vruchten.

De dood in je leven, maakt je ook invoelbaar. Ervaring maakt meedeelbaar. Pijn geeft herkenning. De persoonlijke tragedie maakt socialer. Kwetsbaarheid roept om aandacht. Eén van de levenslessen, die je overal tegenkomt. Al zal dat niet bij iedereen zo zijn. Niet hetzelfde zijn.

Er is nog veel te vertellen, uit te leggen, heen te wijzen. Er is nog lang te bouwen aan het herinneringsmonument. Er zijn aanwijzingen te geven, lessen te leren, ook voor anderen. Maar ik wil dat hier en nu niet uitkauwen, voorschrijven, duiden of preciseren.

Het is genoeg zo.

Ik heb gezegd, geschreven wat op mijn hart ligt. Ik heb woorden gegeven om een monument te bouwen. Ter herinnering aan. Het is voldoende. Het staat er. Als een huis. Om af en toe even in te wonen. Ontroerd te raken. Te vertoeven. Te mijmeren. Te denken aan vervlogen tijden. Geschiedenis onder ogen te zien. Tranen te voelen prikken. Uit te zien naar wat nog komt. En dan weer op te staan. Verder te leven. De weg te gaan. Tot het einde toe.

Kome wat komen mag.

2 opmerkingen:

  1. Enige schroom voel ik wel om te reageren na alles wat je hebt gezegd, geschreven en hebt meegemaakt.
    Toch heb ik grote bewondering voor het feit dat je het gedeeld hebt en onder woorden hebt gebracht. Wat moet het een moeilijk tijd voor jullie geweest zijn en zal het nog zijn.
    Bemoedigend is het te weten dat Nathaniel bij onze Hemelse Vader is en dat jullie hem op een dag zullen terugzien.
    Ik hoop dat dit weblog ook voor anderen tot troost mag zijn.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Dit weblog zal voor hen die ook een kindje verloren hebben, herkenning en misschien ook een troost kunnen zijn.
    Dankbaar dat jullie dit konden dragen door de liefde van onze
    Here Jezus.
    Wat fijn dat je dit wilde delen.
    Ik wens jou en je gezin Gods zegen toe.

    BeantwoordenVerwijderen